Ieder jaar gaan bijna alle huren op 1 juli omhoog. Dit jaar is dat niet zo. De Tweede Kamer heeft een motie van de SP aangenomen om de huren te bevriezen. Dat betekent dat het maximale huurverhogingspercentage op 0% is gezet voor de gereguleerde huursector.
Voor huurders van woningcorporaties en huurders van particuliere verhuurders zullen de huren dus gelijk blijven aan die van vorig jaar. Ook voor kamers en woonwagens is de huurverhoging vastgezet op 0%.
Het besluit scheelt huurders gemiddeld zo’n 6 euro per maand netto, volgens demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken. De kosten van het besluit worden geschat op ongeveer 200 miljoen euro. Met dat geld wil het kabinet onder meer de verhuurders tegemoetkomen.
Er zijn wel een aantal uitzonderingen op het besluit. In die gevallen is het mogelijk dat de huurprijs toch omhoog gaat.
De eerste uitzondering is bij een recente renovatie of verbouwing. Als je meer comfort hebt gekregen en met de verhuurder hebt afgesproken dat daar een huurverhoging tegenover staat, dan gaat die verhoging gewoon door. Het moet wel gaan om een gezamenlijk afgesproken verhoging, niet om een eenzijdig door de verhuurder opgelegde verhoging.
De tweede uitzondering is bij een geliberaliseerd huurcontract. Als je kale huurprijs bij het ingaan van het contract hoger was dan de liberalisatiegrens, dan is er sprake van een geliberaliseerd huurcontract en gelden de regels voor maximale huurverhoging niet. De liberalisatiegrens in 2021 is € 752,33. In 2020 was het € 737,14 en in 2019 was het € 720,42.